Vandaag mocht ’t SchrijfNest Etienne als gastspreker verwelkomen. Hij liet ons kennis maken met het enjambement en personificatie en gaf ons praktische tips, onder meer schrappen en schaven aan onze teksten, een kladboekje op zak hebben om inspiratie en quotes bij te houden. We kregen ter plekke enkele schrijfopdrachten en als huistaak het schrijven van een kort verhaal (maximum 100 woorden) bij een afbeelding. Hij liet ons luisteren naar Ellen Deckwitz die elke dag een gedicht leest en becommentarieert in de rubriek Poëzie vandaag op NPO. De creatieve oogst kan hieronder worden gedeeld. Voorlopig is dit beperkt tot een deel van mijn schrijfsels.

DE BUIGZAAMHEID VAN HET VERDRIET
…….

de regen stroomt in tranen langs mijn raam

mijn hart is leeg sinds jij bent weggegaan

alles is grijs zonder jouw warme lach

mijn huid hongert naar je zachte hand

jij liet de zon schijnen en
ook al was het zwaar bewolkt

blies je mijn zorgen weg

samen vormden we de regenboog

ik mis je zo

ik mis je meer en meer

Tegenlicht

Het koele bos mijn favoriete plek. In de zomer wordt het licht er gedempt door het gebladerte. In de andere seizoenen krijgt de zon vrij spel tussen de kale takken. Als je richting zon kijkt tekenen ze grillig af tegen het felle licht.

Soms vind ik dit beangstigend. Precies alsof de zwarte takken me weerhouden bij het licht te komen. Op een ander moment lijkt het donkere lijnenspel me net te beschermen tegen te veel licht.

Je kan deze foto dus zien als een symbool van mijn struggle om me te tonen en mijn leven in de schaduw.

Het was in de lente dat onze liefde ontsprong

de bloesems ruisten en vruchten groeiden

in de herfst ploften de rijpe appels in het gras

hoe jammer toch

dat toen de winter kwam

ik alleen achterbleef met de kale takken

DE BUIGZAAMHEID VAN HET VERDRIET
…….

Haar koude hand in de mijne,

het is ooit anders geweest.

Een merel zong zijn partner nabij.

De groene bank nodigde ons uit.

Zij zat rechts, ik links, het midden uitnodigend leeg.

Indische liefde

De aapjes springen in de zwoele middagzon van links naar rechts.

Terwijl ik hun geflirt volg, schijnt de zon me pijnlijk in de ogen.

Haar felle licht weerkaatst de witte verf.

Op de vijver krioelt het van verloren diamanten en andere liefdesjuwelen.

Kom hier, mijn lief, leg mijn beeld vast.

Mijn zomerkleedje waait op, op het springen van de aapjes en neemt de kleur aan van het majestueuze gebouw.

Een betere achtergrond kan het bonte gezelschap zich niet indenken.

Bruine lijven, rood-oranje sjaals, grote zonnehoeden en sandalen, een speels palet.
Ze lacht ons toe met een verhaal van pure liefde.

Een fiets is onmisbaar en een volgzame, trouwe bondgenoot.
Deze gedachte overspoelde Anna, toen ze op het Beverhoutsplein aankwam.
Ze bleef lange tijd turen over het plein en bemerkte een fietsenstallingrek in de linkerhoek.
Daar zou het wel lukken. Ze maakte haar fiets vast en ging zitten op het terras van de ‘Roste Muis’.
Ze dronk een glas witte wijn, dat had ze meer dan verdiend , vond ze.
Anna haalde haar kleine schriftje boven. Dit had ze altijd mee, voor als de ideeën vloeiden als een waterval en ze die niet vergeten wou.
Haar fiets, onvoorwaardelijke liefde, kilometers lang. Ze kan er hele verhalen over vertellen.

DE BUIGZAAMHEID VAN HET VERDRIET
…….

En in die stille tuin
raakte ik haar schaduw aan
die in de plassen was ontstaan
waar ze rimpelde, ik hoorde haar lach
dat als een rest wind
in mijn oor vervloog.

Het is niet dat de wind er niet is,
ik zie hem wel vanachter het glas
waar takken grijpen naar de lucht
en naar natte aarde.
Het is niet dat de regen er niet is,
ik zie druppels, ze glijden gezamenlijk naar beneden
waar ze zich vermenigvuldigen
tot langgerekte rivieren.
Het is niet omdat ze er niet is,
ik heb je schilderij gehouden. Ze hangt nog steeds vlak naast het raam.

’t Is niet dat het perse wit of zwart moest zijn. Niet zus en ook niet zo.
’t Is als een boom zonder gebladerte. Kale struiken op een veld waarop geen gras. Dat is hoe ze zich voelt: gedempt en kaalgeplukt. Een synopsis van takken en stelen.
’t Is ook omdat ze blind is en zich geen enkele kleur nog kan herinneren. Hoe zag groen er nou ook weer uit? Of de kleur van haar bloed? Voor zover dat nog kan stromen in haar lijf dat nauwelijks op te warmen valt.
‘Tsja,’ zegt ze, ‘het wordt tijd om opnieuw kleuren te gaan zoeken.’

DE BUIGZAAMHEID VAN HET VERDRIET
…….

de wereld rilde en trilde
op de golven van digitale agitatie
trok ik de stekker uit
de monden werden gesnoerd
mijn pen kreeg vrij spel
op het roerloos blad

de regen pletst op je kale kop
geen dak boven je knot
om te schuilen
tegen maartse buien
als grillig gezelschap
een grote gele kwikstaart
tippelend over jouw wonden
tot in den treuren beknot
innerlijke kracht uitgehold
door tranen om Zion

Kerstsfeer

Aan een openstaand hekken in de zijgevel van de Peterskirche in Wenen, een 18e-eeuwse kerk met sierlijke architectuur, brengen drie muzikanten de passanten in kerstsfeer met de klanken van een viool suite.

Op twee treden voor de deuropening fonkelen kerstlichtjes. Ze projecteren een zachte gloed op de rug van de partituur die op de muziekstandaard rust. Tussen de twee violisten baadt op de achtergrond een piëta in het volle licht.

In de duisternis laten toehoorders hun ontroering toe. Een jonge vrouw fluistert haar metgezel in het oor. “Kijk naar Maria.” “Zie hoe de tranen over haar wangen lopen.”

foto credits:
eerste drie foto’s: vivapo
overige foto’s: Etienne Dezutter

Viviane Van Pottelberghe
3 april 2025

2 reacties

  1. Hallo vogels in ’t schrijfnest .Het is toch prachtig wat jullie neerpenden . En hoe een waarneming ons kan aanzetten om de stoutste dromen tot leven te laten komen op papier .Dat is poëzie en verhaal !Mmmmmm….zalig

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *