Vandaag maakte ’t SchrijfNest van de nood een deugd. We konden immers niet terecht in BC De Garve en verplaatsen ons naar het Buurtcentrum De Torre op Sint-Kruis. Vooraleer ik het draaiboek toelichtte gaf ik aan acht schrijfmaatjes een rondleiding. We kregen immers toegang tot de kapel en heel wat ruimtes in het voormalig klooster. Hieronder enkele sfeerbeelden. Een schrijfmaatje is echter aan mijn aandacht ontsnapt.

Aan de hand een mindmap creëerden we op twee van de vijf locaties een woordenwaterval waarmee we onze woorden tot zinnen en verhalen verbonden en/of enkele haiku’s schreven.

Hieronder kan u een deel van onze schrijfoogst lezen.

De kapel

In Bethanië erger ik me aan de Latijnse gezangen van de laatste zusters.
Links vooraan zitten drie hoogbejaarde nonnen, voor me zit de jongste novice die de toon aangeeft en in het rechterkoor zitten nog eens vier zusters.
Hun schelle stemmen tijdens het zingen van de lauden klinken helemaal niet hemels.
Het is voor mij dan ook een ware lijdensweg om net voor Pasen deze ochtendgebeds-dienst uit te zitten.
Ik probeer mijn aandacht te verleggen naar de vlammen van de kaarsen in de zevenarmige kandelaar.
Bij de flakkerende doopkaars filosofeer ik over het leven en de dood, licht en duisternis.
Maar het repetitieve en bij momenten valse ‘nananana’ brengt me weer naar het hier en nu.
Even valt er een stilte wanneer de priester de hosties op een gouden schaaltje uit het tabernakel haalt.
Er komt eten en drinken op het altaar. Na de communie heft het zusterkoor helaas nog een loflied aan. 

Rondeel

mindmapping
een waterval aan woorden stromen
en vloeien in een verhaal
mindmapping
mijn ergernissen krijgen vorm
herinneringen worden verteld
een waterval aan woorden stromen
mindmapping

De kapel

Het zonlicht schijnt door het kleurrijke roostervenster de kapel binnen.
De jonge non An, vertoeft hier graag. Ze zoekt vaak de stilte en de eenvoud van de kapel op. Ze vindt er de nodige rust die ze in deze woelige tijden zo nodig heeft.
An mijmert, 70 medezusters zijn er niet meer. De meeste van hen zijn gestorven, de anderen in een woonzorgcentrum.
Het gebeurde traag, van één voor één nam ze afscheid. Telkens nog een stoel leeg, een kamer die moest ontruimd worden.
Nu komt ze afscheid nemen van de plaats waar ze zoveel tijd doorbracht.
In de linkerhoek staat een verloren plastieken doos met zwarte mappen. Die behoorden aan de voorzangers, het mooie koor van het klooster. Ze was er best trots op, er deel van uit te maken. De vleugelpiano die hen begeleidde, wacht blinkend om terug bespeeld te worden.
Zelf leerde ze zingen toen ze in haar jeugd met Zr. Lu naar Taizé in Frankrijk ging. Ze leerde er ook God kennen en haar roeping.
De Franse lelies, waarmee de kapel bezaaid is, herinneren haar aan de geloften die ze nam: kuisheid en zuiverheid.
Nu zijn de stoelen leeg, de vleugel is toe, het gezang weggestorven.
Een kapel vol vergane glorie, haar kapel, waarvan de sacristie is omgetoverd tot rommelhok.
Volgestouwd met oude meubelen. Vintage noemen ze dat nu.
Ze lacht bij het zien van de spuitbus Pledge. “Probeer eens met Pledge” riep haar mama altijd, badend in het zweet. Met de spuitbus in de hand maakte ze het hele huis schoon.
Hier baat Pledge niet meer. Ze stapelt nog wat stoelen op, plooit de pupiter toe en ze is klaar voor een laatste avontuur.

Rondeel

Maandelijks…creatief schrijven.
Ik leer zoveel bij, mag zoveel nieuws ervaren.
Dank je, Viviane Van Pottelberghe
Mindmapping in het klooster
Wat een unieke ervaring
Als een spinnenweb ontrafelen mijn gedachten
Mindmapping in het klooster
Oude geuren en felle kleuren, bewijs van vergane glorie
Samen met kloosterkoffie en een Berlijnse bol
Mindmapping in het klooster
Wat een unieke ervaring

Orangerie

Het woord alleen al doet me denken aan sinaasappels. Waarvan de geur nergens te bekennen is.
Aan een lage tafel ga ik zitten. Hij wiebelt. Op de afbladderende groene verf ligt een vierkantig stuk glas waarin tulpen zijn gebrand.
Aan het raam staan potten met graslelies en lavendel. En achter dat glas bevindt zich de tuin waar doorzichtige regendruppels vallen. Mijn blik gaat naar de klaprozen in de verte en de primula’s. En naar een rozenstruik. Hij lijkt me als stille bewaker dienst te doen.
Verder is de orangerie rommelig. Een allegaartje van bloemetjesfauteuils, zit- en kerkstoelen neergepoot op een tegelvloer van repetitieve tegels die een klavertje vier voorstellen.

Daarna sta ik recht. Ik ga deze plek nader inspecteren.
Een kader waarin een lapje geborduurde stof. Zonnebloemen! In kruisjessteek weliswaar. Verder een grijze reiskoffer die bij een zekere “Mijnheer Wildemeersch” schijnt te horen. En een paar woordenplaatjes over een “boorput” en een “pompespuit”.
Op het laatst passeer ik een spreuk: Dat god mij ziet! En dat men hier niet vloekt!
Ach, in strikte zin ben ik niet gelovig. Daarom sta ik even later aan de gesloten deur.
GEEN TOEGANG!
Dat was te verwachten geweest.

Rondeel

Het thema van de dag.
Structuur en informatie als inspiratie.
Mindmapping! Een boom met vele takken.
Het thema van de dag.
Een waterval van woorden en gedachten
en de geboorte van pennenvruchten.
Het thema van de dag.
Structuur en informatie als inspiratie.

De orangerie

Bij haar vertrek uit het klooster van de Zusters van Maria in Pittem had Moeder overste haar als afscheid een gebedenboekje gegeven. In mooi handschrift had ze in de rechterbovenhoek van de eerste pagina Viviane geschreven. Het meisje was net veertien. De toekomst lachte haar nu toe op een kasteeldomein.
Ze had haar valies nog in de hand toen een stokoude huisknecht haar meetroonde naar de wasplaats naast de veranda. Hij opende een deur waarop de Wasscherie en geen toegang stond.
“Hier vloekt men niet” liet haar gids zich ontvallen. “Hier wordt gewerkt en hoogstens gezongen.”
“Zingen?”
“Ja, want iedere vogel zingt zoals ie gebekt is.”
“Tijdens het werk?”
“Ja. Begin er nu maar aan. Het wasgoed vind je in die ijzeren kuip. Op de kachel staat een tobbe met warm regenwater. Aan de muur hangt een vat met bruine zeep met daaronder de houten knijper om in de waskuip te roeren en om het wasgoed over te hevelen naar de ton met koud regenwater. Na het spoelen doe je alles in de centrifuge en spreid je de lakens uit op het grasveld naast de kapel”. Hij wees naar de grote ramen die uitzicht gaven op de tuin waar ze een muur met glasramen zag. Nog voor ze er erg in had was haar begeleider verdwenen.
Nu pas merkte ze tegen de muur van de wasplaats de reien smalle kasten op. Ze telde de deurtjes. Een, twee, drie … eenendertig! Ze kon haar nieuwsgierigheid niet bedwingen en wilde in zo’n kastje kijken. Het zat op slot. Bij het volgende kastje had ze meer geluk. Het deurtje stond nog maar net op een kier toen een vlinder langs haar oor zijn toekomst tegemoet vloog.

De kapel

Op het internaat van het klooster
wachten de eerste toetsen. 
Zij wipt nog even de kapel binnen. 

Door het grote glasraam zet het licht 
een gouden vijfarmige kandelaar
in vuur en vlam.

Zij steekt een kaarsje aan
naast het doksaal.
Nederigheid is een deugd.
Vooraan ziet ze een microfoon.
Haar stem wil zich verheffen.

De ogen van Maria priemen in haar rug, 
maar de toetsen van de vleugelpiano
moedigen haar aan in driekwart maat 

Ave, Ave Mari-i-a …

tot plots de deur van de biechtstoel open zwaait.

Rondeel

Mijmeren in de orangerie en de kapel
Schrijven met zicht op de tuin.
Het prikkelt mijn geheugen en inspiratie.

Mijmeren in de orangerie en de kapel.
Herinneringen krijgen woorden
die zich tot zinnen verbinden.

Met zicht op de tuin schrijf ik 
mijn verbonden gemijmer neer.

foto’s: vivapo

Viviane Van Pottelberghe
5 juni 2025

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *