Schrijfrecept

Ga associëren bij deze afbeelding. Schrijf de woorden die bij jou opkomen in een lijstje. Maak dan drie kolommen: één met zelfstandige naamwoorden, één met werkwoorden en één met bijvoeglijke naamwoorden. Verdeel de woorden uit jouw lijstje in de drie kolommen en vul verder aan met nog meer woorden.
Kies één woord uit elke kolom en gebruik ze – samen met andere woorden die ze met elkaar verbinden – in een rondgedicht van zeven regels met 1/2/3/3/3/2/1 woorden.

Maak gloednieuwe/gekke woorden door combinaties te vinden met – uit twee kolommen – telkens één woord. Laat ze samensmelten en bevriezen tot ijskristallen. Gebruik jouw ijskristallen in een schrijfvorm naar keuze.
Dit zijn bijvoorbeeld enkele mogelijke combinaties uit mijn lijstjes: ijsrood / krabbenhanden / neusschaatsen / wasknijpershaast…

Schrijfrecept

Schrijf in vijf regels een elfje met op de eerste regel één woord, op de tweede twee woorden, op de derde drie woorden, op de vierde vier woorden en eindig met één woord.