De vier winden

een huis om te wonen en te slapen
een atelier om te schilderen en beeldhouwen
samen een vulkaan waar smeulende creativiteit elk moment kan uitbarsten

Gezelle

O krinkelend twinkelend waterding
jou te zien geeft me een tinteling.
Ik ken jouw naam niet, vreemdeling.
Nestel je in ons land, als nieuweling
en zing zing zing.

Zeven naakte bomen in de winter

Zeven naakte bomen in de winter
verwelkomen met gespreide armen
de eerste gouden zonnestralen
om stam en kruin te warmen.

Hun weelderige takken staan
op het punt om uit te botten.
De reuzen snuiven de lente op
en blazen leven in hun knoppen.

Boertige erotiek

Op handen en knieën
onkruid wieden
denk je dat ik dat plezant vind
vraagt ze.

Met een kind aan de borst
bieten rapen
denk je dat ik dat plezant vind
vraagt ze.

Tijdens mijn slaap klaarkomen
dat is wat ik plezant vind
fluistert ze.

Een man uit een stuk

Een man uit een stuk hout
gaat met mij in competitie
om zijn waardigheid hoog
te houden in een omgeving
die lijfelijkheid in en uit
ademt.

Betrapt

Hoor
zie en
zwijg.
Doe wel en
zie niet om.
Ik geniet.
Jij toch ook?

Dialoog

Kijk mij aan.
Je bent mooi.
Bekijk mij van kop tot teen.
Wat ben je mooi.
Zie je dan niet wat ik mis?
Je mist niets.
Kijk dan toch beter.
Ik zie jou helemaal.

Troost en onschuld

Een hand
op de schouder, borst of arm
zoveel troost
kan een vrouw bieden.

Een blik
vragend, verwonderd of berustend
zoveel onschuld
kan een vrouw verliezen.

Aanname

Een hoed ontneemt haar het zicht.

Of onttrekt zij zich aan de wereld?

Ze houdt haar ogen gesloten.

Of weigert zij de waarheid onder ogen te zien?

Er speelt een glimlach om haar lippen.

Of is het een grimlach?

Ze heeft blozende wangen.

Van schaamte of van genot?

Gevallen vrouw

Een gevallen vrouw is er twee waard,
vol vuur in haar houtskool gewaad.

Vergis je niet
ook koud en kil
gaat ze speels
van bil.

Naakt poseren

Ik wil ook wel eens naakt poseren
voor een schilder in een atelier
met glooiend polderzicht.

Hou ik mijn blik gericht
op bolle wolken en
wuivende kruinen
dan vervloeien
mijn vormen
en golven.

O Maria

O Maria die daar staat
wat een figuur, helemaal naakt,
jouw blauwe mantel aan de haak.

O Maria, gij die weet
dat je tot de verbeelding spreekt.
Zorg dat ik dit beeld nimmer vergeet.