Uit: ‘Chakrawandelingen – De natuur als spiegel’, p. 20, 5e regel,
‘van ons huis, van onze werkplek, van onze wegen. De’

van ons huis, van onze werkplek, van onze wegen
willen we hen weren
want zij zijn hier niet geboren
mogen zij hier dan niet wonen
is alles maar dan ook alles van ons

Uit: ‘TOSCA’ van Maud Vanhauwaert, p. 5, 5° regel,
‘kwam ik op een lege pagina met een zwarte omslagfoto,’

een lege pagina met een zwarte omslagfoto
of een zwarte pagina met een witte rand
het maakt niet langer een verschil
in de herfst van haar leven
ziet ze de wereld in zwart wit

Uit: ‘Kristalnacht’ van Diane Broeckhoven, p. 5, 5° regel,
‘die paar seconden dat ze uit haar slaap getild wordt over-‘

die paar seconden dat ze uit haar slaap getild wordt
hoort ze een merel fluiten,
een haan kraaien, een poes miauwen,
een hond blaffen en een varken dat knort
in haar droom breekt ze een snelheidsrecord

Uit: ‘Vele hemels boven de zevende’ van Griet Op de Beeck, p. 15, 5° regel, ’tig’

tig
woorden rijmen er niet op
big
op jong varken daarentegen
wel meer dan negen

rondeel

van zo hoort het naar zo klopt het
ik wil mijn hartstocht volgen
in de herfst van mijn leven
van zo hoort het naar zo klopt het
er is een veld van mogelijkheden
naar mijn hart wil ik luisteren
en mijn hartstocht volgen
zo klopt het

4 laatste regels van een Maleisisch pantoum

in alle rust
o zo mooi
jezelf ontmoeten
in geuren en kleuren

Pantoum

herfst in mij
warme kleuren
mijn droomboom
o zo mooi
zijn bladeren
spiegelen talenten
o zo mooi
vijf lampjes
spiegelen vragen
welk blad ben ik?
vijf lampjes
een gedicht als gezel
op mijn hart-s-tocht
welk blad ben ik?
warme kleuren
van de herfst in mij