#Writealong – Rendez-vous in het notarishuis

Rendez-vous in het notarishuis.

Ik kom thuis en vind in de brievenbus een brief die aan mij is gericht, tenminste mijn naam en mijn adres zijn correct, maar de naam van de afzender op de keerzijde ken ik niet. Ook het handschrift herken ik niet. Het is nochtans bijzonder. Het is duidelijk van iemand die bedreven is in kalligrafie. Mijn gegevens staan in grote kunstige letters met zwarte inkt geschreven op de voorkant van de envelop. Ze nemen schier de volledige ruimte in. Ik heb dan ook een lange achternaam. Op het driehoekje aan de keerzijde staat enkel de naam van de briefschrijver, weliswaar in kleine sierlijke letters met blauwe inkt. Waarom dit onderscheid vraag ik mij af. Over de inhoud kan ik enkel gissen. Zou het een uitnodiging zijn voor een cursus kalligrafie? Ik kan mij met moeite bedwingen om de envelop open te maken.

Ik ben echter op mijn hoede. Is de inhoud van die envelop wel te vertrouwen? Pogingen tot phishing ken ik via diverse kanalen en digitale brievenbussen. Van fraude via de fysieke brievenbus heb ik echter geen weet. Gezien de envelop geen postzegel draagt is die niet via de post verzonden, maar door de briefschrijver of een mogelijke handlanger op mijn huisadres geleverd. Hier is enige voorzichtigheid geboden. Ik open mijn computer en speur naar de naam van de afzender op het internet. Tot mijn verrassing vind ik die in een overlijdensbericht. Blijkt dat iemand met dezelfde naam twee maanden geleden overleden is. De uitvaart vond plaats in een deelgemeente van mijn woonplaats.

Ik wil er het fijne van weten en open de envelop. Ik val van de ene verrassing in de andere, want er zit in de geopende envelop nog een andere, ook voorzien van mijn naam en adres, maar nu in hanenpoten geschreven. Op die envelop werd een briefje bevestigd met als getypte tekst ‘Open deze envelop niet!!! Breng ‘m weg naar het Notarishuis West-Vlaanderen, Spanjaardstraat 9, 8000 Brugge.’ Alhoewel mijn nieuwsgierigheid ondertussen enorme proporties heeft aangenomen, open ik die gesloten envelop toch niet. Het is onwaarschijnlijk maar stel dat ik één of andere erfenis zou mislopen omdat ik niet aan de verleiding kon weerstaan om een envelop te openen, dat zou al te gek zijn. En nee, ik neem dit risico niet.

Ik berg alles veilig op in mijn tas zodat het uit mijn gezichtsveld verdwijnt. Een van de volgende dagen ga ik wel even langs bij dat Notarishuis. Nu wil ik niet langer aan die geheimzinnige enveloppen denken. Op de salontafel ligt ‘Broere’ van Bart Moeyaert. Waar was ik gisteren gebleven? Oh ja, bij het verhaal van Peerdekadoes. Daarin beschrijft de auteur – die in zijn jeugd in mijn buurt woonde – dat hij bij Gaby, de vrouw van onze bakker langs gaat om een peerdekadoes. ‘Ze verdween door een deur waarachter nog een deur zat’(*) schrijft hij. Ik zie het tafereel zo voor mij. Ik kan mij perfect voorstellen dat hij toen achter de twee deuren geschater hoorde. Het waren Gaby en haar bakker. Onlangs ontmoette ik haar in de omgeving van het woon- en zorgcentrum waar haar man verbleef. Sinds zijn overlijden doet ze daar vrijwilligerswerk, vertrouwde zij mij toe.

Het woord overlijden katapulteert me naar de brief. Ik pak resoluut mijn tas en stap het huis uit. Oeps… in een oogwenk lig ik plat op mijn buik.

‘Amaai buurvrouw, crawlen, duiken, een foute grap? Hups in je kist liggen met nieuwe open pantoffels? Quasi rustig sluipend, terwijl uw vlijtige werkman Xander yoghurtbekers zoekt?’

Xander, stop met die flauwekul en help me recht alsjeblieft. Tuurlijk buurvrouw, tot uw dienst! De klusjesman die op het eind van mijn straat in een zelfgebouwd tiny house woont op het terrein van een boerderij, helpt me met veel poeha uit mijn netelige positie. Een sympathieke man, dat wel, maar een zonderling type. Hij noemt zichzelf een milieuactivist. Als vrijwilliger draagt hij zorg voor een opgeruimde buurt. Je kan hem overdag in de omgeving zien rondscharrelen, gewapend met een afvalgrijper en een pmd-zak. Nog voor ik mij kan bukken om de spullen te verzamelen die tijdens mijn val uit mijn tas glipten, zie ik hoe hij met zijn grijpstang de envelop met kalligrafische letters beet heeft. Neen! Stop! Niet doen! Wat is er aan de hand, buurvrouw? Waarom schreeuwt u zo? Die envelop, die envelop, stamel ik. Dat is geen afval, dat is waardevol. Ah zo, waarom dan wel? Nu moet je weten dat Xander niet alleen milieubewust is, maar ook heel erg nieuwsgierig en daarenboven een echte speurneus. Misschien kan ik hem wel onder de arm nemen om het mysterie op te lossen, bedenk ik. Xander, heb je even tijd, vraag ik. Ik zou iets met jou willen bespreken, misschien heb ik wel een klus voor jou. Hij heeft maar een half woord nodig om grijper en zak aan de kant te zetten, zijn schoenen uit te trekken en zijn handen aan zijn werkbroek te vegen voor hij mij door de voordeur volgt. Mmm, dat ruikt hier lekker naar koffie, hoor ik terwijl we de keuken binnen stappen. Zin in een kopje, vraag ik. Met een koekje en een chocolaatje, is zijn wedervraag. Terwijl de percolator zijn werk doet maak ik hem deelgenoot van mijn geheim. Hij luistert en denkt na. Na een derde kop koffie en evenveel koekjes en chocolaatjes vraag ik hem wat hij denkt. Eerst een nachtje slapen is zijn reactie.

Ik kan die nacht de slaap niet vatten. Er spoken allerlei gedachten door mijn hoofd. Waarom heb ik gisteren Xander in vertrouwen genomen? Ja, hij is mijn klusjesman die nu en dan bij mij over de vloer komt. En ja, hij is een speurneus die menig mysterie in onze buurt oplost. Is er ergens een postpakket op het verkeerde adres geleverd, hij brengt het terug bij de rechtmatige eigenaar. Werd er bij nacht een buitenspiegel van een geparkeerde auto aan diggelen gereden, hij weet de boosdoener te vinden. Hij speurt de baasjes van de honden op die de drol van hun lievelingsdier niet ruimen op de stoep. Is het toeval dat net hij in mijn buurt was toen ik halsoverkop mijn huis verliet? Vooral die vraag houdt mij uit mijn slaap. En dan is er nog het beeld dat door mijn hoofd blijft spoken. Toen hij mij had geholpen om weer recht te staan, was hij er heel snel bij om met zijn stang de envelop te grijpen. Waarom was dit het eerste dat om zijn aandacht vroeg? Ook mijn smartphone, portefeuille en mijn sleutels waren uit mijn handtas gevallen. Die liet hij ongemoeid. Te verwaarlozen blijkbaar. De envelop daarentegen… En waarom moest die zo nodig in de afvalzak? Die grote zwarte letters kunnen hem toch niet zijn ontgaan? Wou hij ermee wegkomen? Was hij gewoon nieuwsgierig of was hij iets van plan? Kende hij mijn verhaal nog voor ik het hem had verteld? Waarom vroeg hij een nachtje tijd om over mijn vraag na te denken? Zou hij nu wakker liggen?

Ik maak er korte metten mee, slapen lukt toch niet. Op de tast grijp ik naar de schakelaar van het nachtlampje en knip het licht aan. In de lade van het nachtkastje grabbel ik naar de opgeborgen enveloppen. Mijn besluit staat vast, ik open de binnenste envelop en wel onmiddellijk! Om de brief te lezen heb ik echter mijn bril nodig. Gelukkig ligt die in de buurt want nu wil ik geen tijd meer verliezen. Xander? Waarom sluipt zijn naam nu door mijn gedachten? Die nieuwsgierige Xander. Verwijt de pot de ketel? Neen, neen, neen! De brief toch lezen doe ik niet uit nieuwsgierigheid maar uit pure noodzaak. Ik wil de behulpzame Xander een stapje voor zijn. In mijn slaapkamer heb ik geen mesje bij de hand. Ik pruts met mijn wijsvinger de envelop open. Waarom ben ik nu zo zenuwachtig? Ik spreek mezelf toe: adem in door je neus, adem uit door je mond, wacht twee tellen voor je weer inademt. Klaar? Uit de envelop haal ik de brief, een blad gelijnd papier, een beetje verkleurd. Het geschrift – hanepoten – kan ik gelukkig ontcijferen. ‘Lieve meid, dank’. Lieve meid, dank? Ik blijf die drie woorden herhalen in de hoop dat er bij mij een lichtje zou opgaan, maar dat gebeurt niet. Van pure ontgoocheling scheur ik de brief en gooi ik de snippers in de prullenmand. Lieve meid, dank. Lieve meid, dank. Lieve meid, dank. Ik val in slaap.

Ik schrik wakker. Euh, hoe laat is het? Ding-dong. Ding-dong. Ding-Dong. De deurbel. Ik zet mijn bril op. Acht uur! Wie heeft mij zo vroeg in de ochtend nodig? Voor de postbode is het te vroeg. De pakjesdienst misschien? Ik heb recent toch niets online besteld? De politie? Ik spring uit bed. Ding-dong. Ding-dong. Ding-Dong. Om te vermijden dat ik halsoverkop de trap zou afrennen, haast ik mij naar de kamer aan de straatkant. Ik open het raam. Xander! Bij het horen van zijn naam kijkt hij omhoog. Goedemorgen, buurvrouw, goed geslapen? Ik twijfel tussen boosheid en dankbaarheid. Houdt hij mij voor de gek of komt hij mij helpen? Buurvrouw, ik heb nagedacht… Sst onderbreek ik hem. Straks betrekt hij de hele buurt in mijn geheim. Wacht, ik kom naar beneden. Onderweg naar de voordeur neem ik mijn kamerjas van de kapstok en knoop die dicht vooraleer de klusjesman binnen te laten. Goedemorgen buurvrouw. Goedemorgen Xander, kom binnen. Dan volgt het klassieke ritueel: hij zet grijper en zak aan de kant, trekt zijn schoenen uit en veegt zijn handen aan zijn werkbroek. Zet ik koffie, vraag ik. Met een koekje en een chocolaatje? Ja Xander, met een koekje en een chocolaatje. Buurvrouw, ik heb nagedacht. Ik zou die envelop toch maar openen en de brief lezen vooraleer je naar het aangegeven adres gaat. Ik voel mij verplicht om toe te geven dat ik dat vannacht reeds heb gedaan. Oh ja? Mag ik de brief lezen? Neen. Neen? Waarom niet? Omdat ik die versnipperd heb. Versnipperd? Ja. Oh neen, waarom? Omdat ik ontgoocheld was over de inhoud. Maar buurvrouw toch, en nu? Maak je geen zorgen Xander, er stonden slechts drie woorden in de brief en die heb ik onthouden. Oh, en die drie woorden…? Lieve meid, dank stond er. Lieve meid, dank? Ja Xander, lieve meid, dank. Oh, laat me even nadenken. Ondertussen slurpt hij aan de koffie en verorbert hij een koekje en een chocolaatje. Pas na het tweede kopje komt hij over de brug. Denk eens na, buurvrouw. Wie sprak jou ooit aan met meid? Op die vraag kan ik geen antwoord bedenken. Stilte. Wie heb jij een dienst bewezen? Xander, je kent mij, vrijwilligerswerk is mijn hobby. Stilte. En toch vind ik dit een goede hint. Ik begin te twijfelen aan mijn negatief gevoel van vorige nacht, maar daarover bewaar ik het stilzwijgen. Ik heb tijd nodig om over zijn aanwijzingen na te denken. Xander, ik wil even alleen zijn om mijn gedachten op een rijtje te zetten. Kom deze namiddag nog eens langs, wil je? Na een laatste kop koffie, koekje en chocolaatje werk ik hem de deur uit.

Klokslag twaalf uur. Ding-dong. Ding-dong. Ding-Dong. Dag buurvrouw, heb je kunnen nadenken? Ja, Xander. Ik heb ondertussen ook gebeld met het Notarishuis. We hebben straks om 16 uur een afspraak. We? Ja, Xander. We gaan er samen naar toe, maar op één voorwaarde. En dat is? Dat jij nu naar huis gaat, een douche neemt en propere kleding aantrekt. Ik verwacht je hier stipt om drie uur terug, zonder stang en afvalzak, begrepen? Tot uw orders buurvrouw. Het scheelde geen haar of hij zou gesalueerd hebben met de grijper in zijn hand. Hij gaat er als een hazewind vandoor.

Het is drie uur, zegt een stem op de radio. Ding-dong. Ding-dong. Ding-Dong. Xander, man, ik herken je haast niet. Hij is gekleed in een zwart kostuum en dito schoenen met veters. Sinds het overlijden van zijn moeder tien jaar geleden, zagen die het daglicht niet meer. Op de bus naar het centrum zijn heel wat ogen op ons gericht. Ik kan hun gedachten raden. Wat een zonderling koppel. Op weg naar onze bestemming weet mijn compagnon de route geen blijf met zijn armen. Hij mist zijn attributen. Als hij zijn arm maar niet door de mijne steekt. Na een kwartier wachten op ongemakkelijke stoelen worden we in het kantoor van de notaris geloodst. Mevrouw …. Terwijl hij mij aanspreekt, werpt de man een blik op mijn ID-kaart die voor hem op zijn bureau ligt. Eigenaardig genoeg laat hij die van Xander ongemoeid om hem te verwelkomen. Verdraaid, die kennen elkaar! Waarmee kan ik u van dienst zijn mevrouw? Van naaldje tot draadje doe ik hem mijn verhaal. Hij knikt. Instemmend? Begrijpend? En mevrouw, wat stond er dan in die bewuste brief? De intonatie in zijn stem bevalt mij niet. Monkelt hij nu of beeld ik mij dit in? Terwijl ik hem aankijk, antwoord ik: lieve meid, dank. Lieve meid, dank, is dat alles? Ja.

Mevrouw, ik wil samen met u een aantal details onder de loep nemen. Wie sprak u ooit aan met meid? Wie heb jij ooit een dienst bewezen? Verhip, denk ik, dat zijn exact de vragen die Xander mij gisteren heeft gesteld. Mevrouw, hoe was de naam van de afzender van de brief ook weer? John Dory Devisch! John Dory Devisch? Ja! Ah, zonnevis of St. Pietervis in het Engels! En waar werd John Dory begraven volgens het overlijdensbericht? Op Sint-Pieters. Waar gaat dit naar toe, vraag ik me verbijsterd af. Welke dag zijn we vandaag? Vrijdag. Wat stond er vroeger op het menu op vrijdag? Vis. Welke datum zijn we vandaag? 1 april 2022. Eén april dus. Er begint iets te dagen. Eén april, één april! Is dit een aprilgrap, mijnheer de notaris? Mevrouw, mijn excuses. Ik ben u meer dan één verklaring verschuldigd. Voor u zit geen notaris maar een medewerker van het programma ‘Wie zet jij in de bloemen?’ En naast u zit de man die vindt dat u hiervoor in aanmerking komt. In zijn aanbeveling had hij het over een lieve buurvrouw die hem regelmatig koffie, koekjes en chocolaatjes aanbiedt. Met gemengde gevoelens kijk ik in de ogen van een glunderende Xander. Die staat ondertussen met een enorme ruiker bloemen in zijn handen. Lieve meid, dank, stamelt hij.

(*) ‘Broere’ van Bart Moeyaert

Hierboven vind je mijn kort verhaal geschreven op basis van prompts van Prompt!. Voor deze Prompt write-along van 15 augustus kreeg ik twaalf dagen na elkaar een nieuwe opdracht die het verhaal elke dag een totaal andere wending gaven. De afspraak was immers dat je pas een volgende opdracht leest als je de vorige hebt afgewerkt. Om mezelf te motiveren deelde ik de voorbije weken het eerste en het tweede deel van mijn kort verhaal op deze blog. De door mij nagelezen versie die je hier kan lezen zal ik aan Prompt! bezorgen om te worden opgenomen in een verzamelbundel, zowel op papier als online, waarin ook de twaalf opdrachten zullen te lezen zijn.

Viviane Van Pottelberghe
3/9/2023

2 reacties

  1. […] Vorige week deelde ik het tweede deel van mijn kort verhaal, geschreven op basis van prompts van Prompt!. Ik schreef aan de hand van heel specifieke opdrachten die het verhaal elke dag een totaal andere wending geven. De afspraak is immers dat je pas een volgende opdracht leest als de je vorige hebt afgewerkt. Ik heb het verhaal deze week nagelezen en het in zijn geheel op de blog geplaatst. […]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *